De in de oprichtingsovereenkomst vermelde zetel moet zijn gevestigd in de Gemeenschap.
Deze zetel moet zijn gevestigd in:
a) hetzij de plaats waar het samenwerkingsverband zijn hoofdkantoor heeft;
b) hetzij de plaats waar een van de leden van het samenwerkingsverband zijn hoofdkantoor heeft of, wanneer het een natuurlijke persoon betreft, zijn voornaamste werkzaamheid heeft, op voorwaarde dat het samenwerkingsverband aldaar een reële werkzaamheid heeft.